Het inschakelen van VPN configureren

Standaard wordt VPN niet ingeschakeld door Kaspersky VPN Secure Connection wanneer u verbinding maakt met onveilige wifinetwerken.

Het inschakelen van VPN configureren:

  1. Open het hoofdvenster van het programma.
  2. Klik in het hoofdvenster van het programma op de knop Menu.
  3. Selecteer Instellingen → Slimme bescherming.
  4. Zet de schakelaar op Aan. U wordt dan gevraagd om de Verklaring slimme bescherming te aanvaarden.
  5. Lees de verklaring en, als u akkoord gaat met de voorwaarden voor gegevensverwerking voor de functie Slimme bescherming, klik dan op Accepteren.

    Als u niet akkoord gaat met de voorwaarden van de verklaring, klikt u op Weigeren. In dit geval wordt de configuratie van de functie Slimme bescherming onbeschikbaar.

  6. Klik op de knop Instellingen.

    Dit opent het venster Slimme bescherming.

  7. Selecteer in het gedeelte Bij verbinding met onveilige wifinetwerken een van de volgende opties:
    • Vragen om VPN in te schakelen. Wanneer u verbinding maakt met een onveilig wifinetwerk, toont Kaspersky VPN Secure Connection een melding en wordt u gevraagd een beveiligde verbinding in te schakelen op basis van de aanbevelingen van Kaspersky-deskundigen. Deze regels kunnen automatisch worden bijgewerkt zonder de gebruiker op de hoogte te brengen. Deze optie is standaard geselecteerd.
    • VPN inschakelen. Kaspersky VPN Secure Connection schakelt een beveiligde verbinding in wanneer u verbinding maakt met een onveilig wifinetwerk.
    • Negeren. Kaspersky VPN Secure Connection toont geen melding en schakelt geen beveiligde verbinding in wanneer u verbinding maakt met een onveilig wifinetwerk.
  8. Klik op de koppeling onveilige om het venster Welke wifinetwerken moeten als onveilig worden beschouwd? te openen.
  9. Selecteer wifinetwerken waarvoor het programma een VPN moet inschakelen als u verbinding maakt met die netwerken:
    • Netwerken zonder wachtwoordbeveiliging. Zulke netwerken kunnen nooit als veilig worden beschouwd. Het programma brengt altijd een VPN tot stand als u verbinding maakt met zulke netwerken. Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
    • Netwerken met onveilige gegevensversleuteling. Zulke netwerken zijn mogelijk te weinig beveiligd vanwege de onveilige versleuteling van verstuurde gegevens. Zet de schakelaar op Aan als u wilt dat het programma VPN inschakelt wanneer u verbinding maakt met netwerken die een onveilige gegevensversleuteling hebben.
    • Netwerken met algemene namen. Netwerken met algemene namen zijn mogelijk kwetsbaar omdat het eenvoudiger is voor hackers om het wachtwoord van zo'n netwerk te achterhalen. Zet de schakelaar op Aan als u wilt dat het programma VPN inschakelt wanneer u verbinding maakt met netwerken die een veelgebruikte naam hebben.
    • Netwerken met ingeschakeld WPS-protocol. WPS is een vereenvoudigd protocol om draadloze netwerken te maken. Zulke netwerken kunnen echter niet als beveiligd worden beschouwd. Zet de schakelaar op Aan als u wilt dat het programma VPN inschakelt wanneer u verbinding maakt met netwerken die het WPS-protocol gebruiken.
    • Openbare netwerken. Veel mensen maken verbinding met openbare wifinetwerken en zulke netwerken kunnen het doelwit van hackers worden. Vaak hebben openbare netwerken een wachtwoord dat makkelijk te onthouden en te raden is. Schakel het selectievakje Aan als u wilt dat het programma VPN inschakelt wanneer u verbinding maakt met openbare netwerken.

Nadat Slimme bescherming is uitgeschakeld, wordt de overdracht en verwerking van gegevens die nodig zijn voor deze functie gestopt.

Meer informatie over onveilige wifi-netwerken.

VPN kan even worden uitgeschakeld in de volgende gevallen:

Naar boven